“Ik heb altijd met jongeren willen werken. Ik wist dat ik hun toekomst wilde raken. Jongeren verdienen een eerlijke kans en die krijgen ze niet altijd.”

Debbie is 49 jaar en moeder van twee kinderen: een dochter van dertien en een zoon van zestien. Haar loopbaan begon in de horeca, eerst als serveerster en later achter de bar. Daarna maakte ze de overstap naar de zorg, specifiek de verslavingszorg. Ze volgde zowel een mbo- als een hbo-opleiding en werkte jarenlang op verschillende groepen, waar ze stap voor stap haar ervaring en kennis uitbouwde. 

Inmiddels werkt ze als jeugdreclasseerder bij de William Schrikker Stichting. Daar begeleidt ze jongeren van 14 tot 18 jaar met een strafrechtelijke maatregel. “Bij ondertoezichtstellingen werk je met ouders erbij, bij reclassering gaat het om jongeren met een criminele achtergrond. Soms loopt dat samen, als ze onder de 18 zijn.”

Samenwerking met Eigen Kracht Jeugd & Gezin

In haar werk komt ze regelmatig jongeren tegen die bij Eigen Kracht Jeugd & Gezin wonen of hebben gewoond. “Ik hoef Virgil alleen maar te bellen. Hij kent de doelgroep, kent de jongens, en zorgt dat er een plek is. Vaak was er in Amsterdam geen plek meer. Virgil ging mee naar de zitting, bezocht jongeren zelfs in de JJI en maakte ruimte. Dat is bijzonder. Bijna altijd kreeg ik een ja.”

Ze legt uit waarom die samenwerking voor haar van waarde is: “Reclassering zegt: dit moet. Eigen Kracht Jeugd & Gezin kijkt: wat heeft de jongere nodig? Ze sluiten beter aan bij de beleving van de jongeren. En dat werkt. Je ziet dat jongeren zich daar kunnen ontwikkelen.”

Als een plek écht aansluit 

De jongeren die ze plaatst, zijn vaak zwaar belaste casussen: overvallen, wapenbezit, explosies. Toch ziet ze ook hier verandering. “Ik heb een jongen gehad die laag scoorde cognitief, maar bij Virgil altijd goed heeft gefunctioneerd. Je ziet dan dat een plek écht kan aansluiten.”

Ze noemt een succes: een jongen die ze via Eigen Kracht Jeugd & Gezin plaatste op één van hun lokaties. “Goede plek, goede samenwerking. De communicatie met school liep ook goed. Dan zie je dat een jongere perspectief krijgt.”

Reflectie op de keten

Ze is eerlijk over de uitdagingen in het systeem. “Er zijn veel te weinig forensische plekken, zeker voor meisjes. Er is maar één meidengroep. Zorgaanbieders hebben vaak een monopolie, en de gemeente koopt beperkt in. Dat maakt ons werk lastig. Jongeren hebben begeleiding nodig, stap voor stap: eerst 24-uurs, daarna afschalen. Begeleid wonen werkt omdat het individueel gericht is.”

Wat ze hoopt dat rechters en beleidsmakers begrijpen: “Kijk verder dan alleen dossiers. Jongeren zijn meer dan hun verleden. Maak het makkelijker om financiering te regelen. We hebben juist forensische groepen nodig die aansluiten, met begeleiders die weten hoe het werkt op straat. Die verbinding en dat vertrouwen. Dát maakt verschil.”

Het verschil zit in de extra stap 

Tot slot benadrukt ze het belang van ouders: “Ik betrek ouders altijd, hoe jong de jongeren ook zijn. Alles bespreek ik met hen. Het gaat om vertrouwen opbouwen, uitleggen waarom iets nodig is.” In drie woorden vat ze de samenwerking met Eigen Kracht Jeugd & Gezin samen: Betrokken. Flexibel. Passend.

En ze sluit af met een glimlach:

“Virgil en zijn team lopen altijd die extra mile. En dat is precies wat deze jongeren nodig hebben.”